Exact zeven jaar geleden onthulde wijlen Steve Jobs de eerste iPhone. Tijd om de balans op te maken van een apparaat dat Apple én ons gedrag ingrijpend heeft veranderd.
De hype rond de onthulling van de eerste iPhone op 9 januari 2007 was enorm. Op het podium van Macworld Expo kondigde Steve Jobs drie nieuwe apparaten aan: een iPod met touchscreen, een mobiele telefoon en een internetapparaat.
Maar het bleek niet om drie losse producten te gaan. De iPhone verenigde al die functies in één revolutionaire gadget.
Enkele maanden later stonden er lange rijen voor Amerikaanse winkels met Apple-fans die de iPhone per se wilden hebben.
In zeven jaar heeft de iPhone een enorme impact op de samenleving gehad. Met effecten die nog nauwelijks zijn te overzien voor bedrijven én ons gedrag. Steve Jobs kan postuum tevreden zijn.
De iPhone en Apple
Apple was redelijk succesvol vóór het iPhone-tijdperk. Met de iPod had het al de markt voor draagbare muziekspelers veroverd (dag Sony) en met iTunes creëerde het een nieuwe distributiemethode voor betaalde muziek. De koers stond vóór de introductie van de iPhone op zo’n 125 dollar.
De iPhone heeft het bedrijf een waanzinnige versnellig gebracht. De koers is meer dan verviervoudigd naar zo’n 540 dollar. Apple is nu 489 miljard dollar waard. De omzet is in die periode meer dan verzevenvoudigd tot 170 miljard dollar in fiscaal 2013.
Uiteraard niet alleen door de 420 miljoen iPhones die inmiddels zijn verkocht. Maar het apparaat plaveide wel de weg. Apple is niet langer het merk van enkelen, maar van de massa. En waar het voorheen alleen bij creatieve beroepen populair was, eisen nu werknemers wereldwijd een iPhone als secundaire arbeidsvoorwaarde.
De iPhone en andere apparaten
Nog meer dan bij z'n andere apparaten combineerde de iPhone fraai design met gebruiksgemak. Geen telefoonfabrikant kon daarna nog meer dikke handleidingen komen. Na Apple kwam Google met Android, waardoor de smartphone nu razendsnel gemeengoed wordt. Touchscreens zijn alom. Niet alleen in telefoons, maar ook in andere apparaten, zoals uiteraard de iPad.
Gebruiksgemak staat nu bij alle technologische introducties voorop.
De iPhone en andere bedrijfstakken
Gratis kranten hadden tot pakweg zeven jaar geleden de toekomst. Ze bestonden bij de gratie van een verloren moment: even koppen snellen terwijl je naar je werk ging in bus, tram of metro. Kijk nu om je heen in het openbaar vervoer en je ziet dat de smartphones die verloren momenten domineren. Weg verdienmodel voor de gratis kranten.
Nieuwsfotografen hebben concurrentie van amateurs die alleen al door hun aantal een factor van belang zijn: er is altijd iemand dicht bij een bijzondere gebeurtenis met een smartphone. (Het persbureau ANP heeft vrijwel al zijn fotografen ontslagen.)
TomTom verkoopt minder navigatieapparaten omdat veel mensen via hun smartphones de weg kunnen vinden.
Andere telefoonfabrikanten als Blackberry en Nokia kunnen het tempo in de smartphone-industrie niet bijhouden en zijn nog maar een fractie waard van zeven jaar geleden.
Daar staat tegenover dat hele nieuwe bedrijfstakken ontstaan. Neem die van de app-makers. Apple heeft zo'n 15 miljard dollar uitgekeerd aan de makers, als onderdeel van de opbrengsten die de apps genereren. De App Store telt er inmiddels meer dan 1 miljoen. Zonder iPhone geen Snapchat, dat in twee jaar tijd van niets tot 3 miljard dollar waard werd.
De iPhone en ons gedrag
De komst van een apparaat met functies die voorheen alleen pc’s bezaten, heeft verregaande gevolgen voor onze manier van leven. Niet allemaal positief: we raken verslaafd aan onze updates. Van mail tot Facebook en Twitter.
En we eisen directe reacties van onze vrienden, collega’s en leveranciers. Bedrijven die op sociale media onder vuur liggen, moeten meteen reageren om nog grotere imagoschade te voorkomen.
Volgens Amerikaans onderzoek is 30 procent van de Amerikanen geboren na 1980 in paniek als ze niet om de paar minuten hun sociale media kunnen volgen. Medici signaleren dat patiënten leiden aan 'spooktrillingen’: mensen denken dat hun telefoon afgaat, terwijl dat niet zo is.
Oogcontact in vergaderingen wordt minder nu een deel van de aanwezigen hun blik op hun smartphone houdt.
Onze vakanties zijn niet meer digivrij. De telefoon gaat altijd mee en dus ook ons het werk (even de mail checken, toch maar dat telefoontje van die klant aannemen). Museumbezoekers kijken niet meer naar de kunstwerken, maar beginnen onmiddellijk met hun telefoon foto's te maken. Kleuters 'swipen' net zo makkelijk op een iPad als dat ze een toren van blokken bouwen.
De lijst van gedragsverandering is eindeloos.
Verslaving
Ook de positieve. Denk aan het gemak voor fietsers die dankzij Buienradar net voor de regen thuiskomen. Of aan patiënten die dankzij waarschuwingsapps niet meer vergeten hun medicijnen in te nemen.
Eigenlijk zijn er maar twee grenzen aan de invloed van de iPhone: ons eigen gedrag – durven we hem niet te gebruiken – en de prijspolitiek van providers. Nu die internetten duurder maken, gaan we onze smartphoneverslaving nadrukkelijker in de portemonnee voelen.
Of gaat het met de smartphone net als met de auto? Hoe duur de benzine ook is, we blijven erin rijden.
Lees ook
Dit verdient Apple per product
De techgrafieken van 2013: bye, bye BlackBerry, hallo minitablet
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl